Voor onze laatste overnachting zijn we in Wesel neergestreken. We wilden eigenlijk eindelijk eens naar het Pruisenmuseum in Wesel. Helaas Pindakaas. Ze zijn aan het verbouwen en gaan pas in de voorzomer weer open. Geen Pruisen dus. In elk geval konden we bij Real boodschappen doen. Voor het hele weekend en maandag. Ina moet maandag naar de oogarts die haar gaat verdoven. Ze mag dan geen auto rijden. Taxi dus.
Op de Stellplatz Römerwardt staan we op een ruime plaats. Ik heb de geschaarde opstelling nog eens geprobeerd. Het is best lastig om dat scharen precies op de goede plaats te laten gebeuren. We hadden hier de ruimte om dat nog eens uit te proberen. En het lukte na een paar keer steken. Precies in het vak.
Ik heb de luifel even uitgedraaid om te kijken hoe dat eruit ziet. De hoek van de luifel ligt mooi op het dak van de aanhanger. Is een heel knus hoekje geworden. Ik heb alleen gemerkt dat het toch beter is om de wagen in deze stand af te koppelen en dan de camper een klein stukje naar voren te rijden, zodat de hoeken op een lijn liggen. Dan is er bij de deur toch iets meer plaats. Als we langer blijven staan is dat beter.
Donderdagmiddag zijn we naar Sea Life geweest. Mooi aquarium naast de Centro. Het is een heel doordacht opgezet concept. Rond een grote centrale tank van 6 meter diep, gevuld met pakweg 3500 kubieke meter zeewater, is een spiraalvormige rondgang gebouwd. Vanuit die rondgang met een groot aantal kleinere maar ook grote aquaria zijn verschillende inkijkjes in die grote tank gemaakt. Er is een glazen tunnel op de bodem van de tank waar je als het ware door het water loopt. Erg leuk gedaan allemaal. Mooie collectie ook. Verschillende haaien- en roggensoorten, makrelen, tonijn, murenes, garnalen, anemonen, zeesterren, noem maar op. Naar eigen zeggen leven er 5000 dieren. Veel wordt zelf gekweekt, o.a. de haaien. Je kunt voor twee euro p.p. in een bootje met glazen bodem in het water van de grote tank kijken. Je krijgt dan uitleg over de vissen die je ziet van een medewerker. Erg leuk. Het is niet goedkoop, maar ik vond het wel de moeite waard.
Ik heb een paar foto’s gemaakt. Ze zijn niet allemaal mooi scherp, maar dat komt door het glas en het schemerige licht.
Woensdag zijn we een half uur rijden verderop gegaan. Naar Oberhausen. Daar is een belachelijk groot winkelcentrum álá Amerikaanse Mall. Dat heeft een grote aantrekkingskracht, zoiets als McDonalds. Je wilt het, maar als je het dan hebt, vraag je je af waarom eigenlijk. Zo verging het mij gisteren ook. Het lijkt me dan weer heel erg leuk om naar zo’n Shopping Paradise te gaan, maar als ik er dan een half uur rondgelopen heb en nog maar de helft van de winkels heb gezien, ben ik het al weer helemaal zat. Geef mij dan toch maar een bouwmarkt. Daar kan ik uren rondsnuffelen. Ina heeft trouwens precies hetzelfde. Ik ben gelukkig.
Voor mijn sub-hobby flightsimulator heb ik een nieuwe game-computer nodig. In Centro is een grote vestiging van Saturn, de Duitse variant van de Mediamarkt. Die verkopen ook computers en ik wilde even naar de specificaties en de bijbehorende prijzen kijken. Viel een beetje tegen. Ik denk dat ik de componenten op eBay koop en het systeem zelf ga bouwen. Lijkt me ook een leuke ervaring.
Daarnaast hebben we nog naar kleding gekeken. Viel ook een beetje tegen. In mijn maat hebben ze eigenlijk maar twee categorieën, té duur of té lelijk. Niks gekocht dus. Na veel passen weet ik nu wel wat mijn maat is. Nee. Gaat je niks aan.
Ze hebben hier ook een van de weinige officiële Apple Stores. Ook een belevenis. Alle medewerkers hebben een rood shirt aan. vallen dus enorm op. Het nerd-gehalte in die store is gigantisch. Maar nergens prijzen. Tafels vol apparatuur met aan elke tafel een en soms twee Apple-mensen. Je mag overall aanzitten en op drukken, maar als je wilt weten of je het kan betalen moet je een verkoper vragen. Slim van Apple, maar voor ons reden om dáár in elk geval géén Apple te kopen.
We wilden eigenlijk maar één dag blijven, maar besluiten morgen toch nog even naar Sea-Life te gaan. Dat is ook hier. Mooi aquarium.
Dinsdag naar Zollverein in Essen. De grootste kolenmijn en cokesoven van Europa. De cokesoven is stilgelegd op 30 juni 1993. Het hele complex is Unesco werelderfgoed vanwege de bijzondere en voor die tijd (begin 1900) hoogmoderne eenvormige architectuur.
Het terrein van Zollverein is enorm uitgestrekt en ligt midden in Essen. De mijn (ondergronds) is niet te bezichtigen. Zou te gevaarlijk zijn. Dat geloof ik ook, maar ik denk ook dat dat een keuze is. Om de mijn onder de grond veilig te houden, want dat was’ie natuurlijk en zeker op de centrale nivo’s, kost waarschijnlijk een vermogen. Luchttoevoer, gasbewaking, waterpompen etc. Daarnaast is de mijn 1300 meter diep. Om daar met argeloze bezoekers naar af te dalen is lifttechnisch een uitdaging en uiterst oncomfortabel op gympies. We hebben daarom de “Kokerei” bezocht. Met een gids en een officiële rondleiding. Dat moet, anders zie je niets.
Even iets over cokes. Om ijzererts te kunnen smelten is een hoogwaardige en zeer zuivere brandstof nodig. Anders kan de benodigde temperatuur niet worden gehaald en raakt het metaal verontreinigd met allerlei stoffen die ook in de brandstof zitten. Om zo’n zuivere brandstof te verkrijgen wordt “vette” steenkool onder uitsluiting van de lucht (dus zuurstof) verhit tot ca. 1350 graden Celsius. Daarbij worden alle “lichte” fracties uit de steenkool uitgedampt en afgezogen om te worden geraffineerd tot gas en een veelheid aan aardolie-achtige producten. Dat is ruim 10% van de oorsronkelijke massa. Het hoofdbestanddeel blijft achter in de oven en bestaat dan voor bijna 100% uit zuivere koolstof. Dit is de brandstof waar hoogovens mee kunnen worden gestookt.
Om dit proces zo economisch mogelijk te laten verlopen wordt een groot deel van het vrijkomende gas gebruikt om de oven te stoken. 1300+° C is niet niks. Staal is dan al bijna op het smeltpunt. De oven is dan ook geheel opgebouwd uit vuurvaste steen en dus eigenlijk ook zelfvoorzienend. Tenminste, als de temperatuur is bereikt en alle ovens gevuld met steenkoolpoeder. Daarom moet het ook vette kool zijn, droge kolen leveren te weinig gas om de temperatuur vast te kunnen houden en het proces valt stil. De Duitse norm DIN definieert 60 verschillende types kolen. Deze kokerij heeft 304 ovens gevuld met 28 ton steenkoolpoeder elk. De dagvoorraad kolen wordt opgeslagen in een siloblok met 12 silo’s van 600 ton elk. 7200 ton dus. Nauwelijks genoeg voor 1 dag productie.
Omdat de mijn in het wekend dicht ging, was er voor het weekeinde een extra voorraad nodig. Dat werd in de loop van de week opgebouwd op een terrein ter grootte van twee voetbalvelden naast de kokerij. Op een van de foto’s zie je een enorm A-vormig apparaat. Dit werd gebruikt om de kolenvoorraad op te werpen (het frame volgt de taludhoek van de kolen) en bij gebruik weer af te schrapen.
De gloeiend hete cokes-koek wordt door een machine uit de oven gedrukt in een enorme, speciale wagon. Die machine weegt 128 ton. Dat is het contragewicht voor de uitpersarm die de cokeskoek van 22 ton over een afstand van 28 meter moet verplaatsen. Omdat de koek daarbij in de buitenlucht komt, vat het direct vlam. Dat is natuurlijk niet de bedoeling. De wagon rijdt dan ook zo snel mogelijk naar de blustoren. in die toren wordt de 22 ton cokes met ongeveer 40 kubieke meter water geblust en afgekoeld tot onder het vlampunt. Daarbij verdampt meer dan de helft van dat water. De daarbij ontstane stoomwolk die naar de buitenlucht wordt uitgestoten en ca. 90 seconden duurt is typerend voor een kokerij. Dus als je ooit een plotselinge stoomwolk ziet die ongeveer elke 10 minuten opduikt, is het vrijwel zeker een cokesfabriek.
Een indrukwekkende installatie. Zeker de moeite waard om eens te gaan bekijken.
Ik heb een paar foto’s van de gebouwen en installaties gemaakt om een sfeerbeeld te schetsen.
Vandaag lekker uitgeslapen en op ons gemak de camper ingepakt. We hoeven maar een uur te rijden, dus we hebben tijd zat. Water getankt (alles weer vol) en het vuil afgelaten. Het is een zogenaamde rijdag. We gaan vandaag naar Gelsenkirchen-Nienhausen. Maar eerst nog even boodschappen doen. Hemer heeft een heel aardig inkoopcentrum met een Lidl, Aldi en een mooie Edeka. Er zit hier zelfs een Action. Werd bevoorraad door een NL vrachtwagen.
Er zit kennelijk een lekje in het dak van de aanhanger waardoor er een plasje water op de bodem blijft staan in de hoek bij de zijdeur. Daar moet ik nog wel iets aan doen als we thuis zijn. Omdat we de luchtveren achter leeg laten lopen als we overnachten, we staan anders niet vlak genoeg, staat de aanhanger eigenlijk altijd met de voorkant iets naar beneden. Het hemelwater loopt daardoor dus naar voren en de hoek in en kennelijk is daar iets niet helemaal dicht. Gelukkig is alles van watervast multiplex, dus het kan wel wat hebben. As de wagen thuis geparkeerd staat, draai ik het neuswiel helemaal uit zodat het water naar achteren wegloopt. Daardoor is het me niet eerder opgevallen.
De Stellplatz in Gelsenkirchen ligt vlak bij een Sauna en een tramhalte naar Zeche Zollverein in Essen. Daar willen we morgen gebruik van maken. We staan om 7 uur op en nemen de tram van 9:24 Uur. Na het bezoek aan Zollverein ga ik nog even lekker de sauna in.
Ik heb er zin in.
Bij de Stellplatz aangekomen blijkt het Kerstcicus Gelsenkirchen er te zijn neergestreken. Althans, op een terrein ernaast, dus we kunnen wel blijven overnachten, maar het feestje is wel hoorbaar. Bovendien staan er nu overal auto’s van bezoekers in de straat en de omliggende parkeerterreinen. Een gezellige drukte hier. Kijken of we het redden om om 7 uur op te staan. Wie weet zijn we dan al lang wakker, of helemaal kapot.
Vandaag hebben we de Heinrichshöhle bezocht. Dat is een druipsteengrot met een geregistreerde lengte van 3106 meter. Van die lengte is een klein deel begaanbaar gemaakt zodat je in het toeristische deel vrijwel overal rechtop kunt staan. De grot heeft een groot aantal prachtige stalactieten en stalagmieten, de oudste stalagmiet is onderzocht en blijkt 90.000 jaar oud te zijn. Verder zijn er prachtige formaties en aardige bijzondere vormen te zien zoals het wasvrouwtje. Kom zelf maar kijken. Een andere bezienswaardigheid in de grot is het complete skelet van een holenbeer die in de grot is gevonden. Daarnaast zijn er beenderen gevonden van mammoets, holenhyena, reuzenhert, wilde paarden, neushoorns, rendieren en nog veel meer. In de grot mocht niet worden gefotografeerd, en dat heb ik dus ook niet gedaan.
De grot ligt in een berg, de Pirckeberg, waar over een groot aantal eeuwen twee ijzermijnen zijn bedreven. Die oude mijnschachten zijn inmiddels grotendeels ingestort en hebben een heel uitzonderlijk landschap gecreëerd. Het wordt het Felsenmeer genoemd. Dat is Rotsenzee. Sommige rotsblokken laten nog duidelijke sporen van ijzerroest zien. Waarschijnlijk erts van een te laag gehalt om te ontginnen, maar genoeg om de rots en de grond eromheen rood te kleuren. Hier mochten we wel fotograferen. Dus hier een fotogalerij.
Dinsdag zijn we van Haus-Dülmen naar Netphen gereden zoals eigenlijk het plan was vóór de radiator besloot te gaan lekken. Netphen heeft een uitgebreid Freizietpark met een zwembad/sauna, een kunstijsbaan, sporthal, minigolf, kartbaan en manege. Wij mochten parkeren op het verstgelegen parkeerterrein van het complex, Geen probleem natuurlijk, maar het was allemaal een beetje verlopen. Het blad was niet opgeruimd zodat er op onbereden plekken een laag zachte zwarte modder was ontstaan. Natuurlijk waren dat ook de plaatsen die voor Campers waren bedoeld. Het water was al afgesloten, dus we konden onze tank niet bijvullen, Gelukkig konden we nog wel het vuile water kwijt. Op zich een prima plaats hoor, alleen onderin een diep dal. Daar kon onze schotelantenne niet over de rand kijken en we hadden dus geen TV die avond. Voor mij was dat niet zo storend want ik ben lekker naar de sauna geweest. Een mooi uitgeruste, kleine sauna met een leuke tuin. Heerlijk. Zeven keer in verschillende sauna’s geweest. Een beetje moe maar voldaan weer naar de camper.
Woensdag op pad naar Siegen. Dat ligt op 20 minuten rijden, maar zou een leuke stad zijn en we moeten boodschappen doen. Normaal doen we dat onderweg, maar we kwamen geen supermarkten tegen waar we met de aanhanger makkelijk konden parkeren. Dus eerst naar de Stellplatz. Omdat we geen water konden tappen was dat onze eerste prioriteit. Een plek vinden waar het water nog niet was afgesloten. We hadden geluk. De eerste de beste werkte. Een mooie, bestrate plaats, redelijk vlak en groot genoeg voor de aanhanger. Dus eerst even water getankt. Ook de twee 10 liter jerrycans in de aanhanger gevuld.
[tb_google_map]
Nu nog boodschappen. De aanhanger afgekoppeld om de stad in te rijden. Er was een Supermarkt niet al te ver weg waar we konden inslaan voor de jaarwisseling. Daar ook maar weer eens een pakketje vuurwerk gekocht. Ik ben nu in het gelukkige maar kortstondige bezit van 10 vuurpijlen. Helaas lag ook deze Stellplatz in een diep dal, dus ook hier geen TV. We hebben de avond heel gezellig doorgebracht met twee ronden Mahjongh. Ik ben in het gelukkige bezit van het Mahjongh spel van mijn ouders. Een prachtige set been op bamboe in een mahoniehouten kist, heerlijk zwaar. Maar morgen is het oudjaar en dat kan niet zonder TV. Dus morgen weer op pad.
Vannacht gestaan op de Stellplatz in Xanten. Inmiddels is daar een “wellness-oase” bij. Xanten vraagt € 2,50 aan Kur- en toeristentaks. De plaats kostte € 10,- en de stroom € 3,-. Alles bij elkaar dus € 15,50. Dat is ongeveer het dubbele van wat we gewend zijn te betalen. Eén nacht is dan ook meer dan genoeg. Op weg naar Netphen. ik ben van plan daar in het Freizeitbad de sauna te bezoeken. Ziet er op internet al heel mooi uit. Goede prijzen en mooie recensies. Even via Wesel om bij Real nog twee traytjes Diebels te scoren en boodschappen te doen. Alles netjes in de navigatie gezet en op pad.
Eerste tussenstop Real Wesel. Alles OK, boodschappen gedaan. Blijkt de Diebels uitverkocht op 6 blikken na. Bummer #1. Ik wil persé blikken hebben omdat de koelkast met flessen meteen vol zit en het glas onnodig zwaar is. In elk geval de resterende voorraad opgekocht en naar de camper. Daar valt ons een plas water onder de neus van de camper op. Oei. Motorkap open zoeken naar een bron. Blijkt de radiator te druppelen. Bummer #2.
Dat kan zo niet blijven, dus met de telefoon gezocht naar een auto-onderdelen handelaar. Er blijkt er een te zitten op 1 minuut lopen van de parkeerplaats van de camper. Aldaar een flesje lek-stop gekocht. Maarrr… Hoe krijg je dat in het systeem? De enige plek is een slangetje van het expansievat maar dat zit vast met een klem. Helaas, toch maar even naar huis. Dat is tenslotte maar 22 km en we hebben daar alle faciliteiten. Bovendien wil ik de wagen thuis hebben als het allemaal niet lukt. Thuis de boel geregeld en da auto een kwartier laten draaien. Omdat ik eigenlijk een stuk wil rijden besloten dat we naar een Stellplatz gaan die net al te ver weg is. Dat is Haus-Dülmen am Sportplatz geworden. Leuk rustig terreintje. Geen faciliteiten.
Weer op pad dus. Daar aan gekomen zie ik geen vloeistoffen meer uitlopen. Het druppelen is gestopt en de slechte plek is droog. Opluchting dus. Ik wil wel een nieuwe radiator. Volgens eBay kost die maar ca. € 60,- en voor dat geld wil ik me niet steeds afvragen of alles nog wel OK is.
De Stellplatz is een redelijk groot en vlak grasveld voor de ingang van het sportpark. Er is een bos naast en er stroomt een beek. Langs de beek is een mooi wandelpad. Ideaal voor de honden dus. Morgen gaan we het bos nog even in. We staan weer goed. Ik moet alleen nog even googelen waar de dichtstbijzijnde bakker zit voor het onbijtbroodje morgen.
Hier vind u enkele foto’s van deopgraving van het badhuis. In het museum heb ik niet gefotografeerd. Dit moet geen documentaire worden, ik zie liever dat u nieuwsgierig wordt en de moeite neemt dit zelf te ervaren. Dat is makkelijker dan u denkt. Xanten ligt op maar anderhalf uur rijden van Utrecht.
Het mooiste van dit badhuis vind ik het watergebruik en de warmteverdeling. Daar is echt over nagedacht. Het water komt vers binnen aan de westkant, waar het wordt verdeeld over de verschillende ovens die baden met verschillende temperaturen voeden. De hoofdstroom gaat door het frigidarium (koude gedeelte) Naarmate het water verder komt wordt het “vuiler” en loopt uiteindelijk over naar de latrines. Een uiterst gezellig gebouwtje met ca. 40 “zitplaatsen”. Het water stroomt onder de zitplaatsen door en vliet dan naar buiten in de afvoer naar de Rijn. In deze tijd stroomde de Rijn strak langs de stad, nu ca. 10 km verderop.
De verwarming is verbluffend eenvoudig maar efficiënt. Onder de vloeren was een ruimte met zuilen waar die vloer op lag. Aan de rand daarvan stond een oven die water opwarmde. De rookgassen van de vuren die in de ovens brandden trokken onder de vloeren door om via holle tegels langs de wanden van de ruimtes te worden afgeleid naar boven waar ze naar buiten werden geleid. Zo werd het water, de vloer en de wand verwarmd. Afhankelijk van de verhouding tussen oven en ruimte werd die ruimte dan meer of minder verwarmd. Tweeduizend jaar geleden al zo vernuftig.
Hier onder de foto’s. Je zou echt een keer zelf moeten komen kijken.
Vandaag hebben we de Romeinse stad Colonia Ulpia Traiana bezocht. U zult begrijpen dat er na 1700 jaar niet veel meer van over is. De archeologen van de 21e eeuw doen echter hun best ons een indruk te geven van wat er indertijd allemaal aan de hand was. En ik vind dat ze daar bijzonder goed in geslaagd zijn. Het park heeft de afmeting van de oorspronkelijke stad. En dat alleen is al genoeg voor een gevoel van wow. Een klein aantal gebouwen zijn gereconstrueerd. De indruk die mij dat geeft is er een van: Dat heb ik eigenlijk altijd onderschat. Na de Romeinen is Europa er beslist niet op vooruit gegaan. Als je bedenkt dat er toen al beton werd gebruikt en dat die kunst honderden jaren verloren is gegaan, zegt dat alles.
Zo zijn natuurlijk (toeristische attractie) het Amphitheater en de Taberne herbouwd. Alle reconstructies zijn archeologisch verantwoord op basis van gevonden fundamenten
Moderne stadions worden nog steeds volgens hetzelfde principe gebouwd. Meerdere in- en uitgangen die breder worden naarmate men lager in het stadion zit.
Maar we gingen eigenlijk voor het museum. De opgravingen hebben een uitgebreide collectie voorwerpen opgeleverd die in een gloednieuw zeer modern museum worden tentoongesteld. Een aanrader. Het museum is ondergebracht in het voorportaal van de heel bijzonder geconserveerde Thermae (badhuis).
Onderweg daarnaartoe zien we grote vluchten meeuwen in het keurig gemaaide gras staan. Het valt op dat ze koortsachtig staan te trappelen. Maar dan wordt het duidelijk. Geregeld zien we een meeuw een dikke regenworm naar binnen slokken. De wormen komen naar het oppervlak dor het trillen van de trappelende poten. Dat moeten ze toch van elkaar geleerd hebben, die meeuwen?
Het badhuis met het museum. Wat je ziet is de glazen overkapping van de opgraving die de vorm en grootte van het oorspronkelijke gebouw heeft. Magnifiek.
Onderweg zien we nog een gemeenschappelijk “wijkbakhuis” waar om beurten gemalen moest worden en brood werd gebakken.
Volgende bericht de Thermae en het museum.
This website uses cookies. By continuing to use this site, you accept our use of cookies.