Op 15 juli hebben we Normandië verlaten op weg naar het volgende slagveld: Verdun. Onze eerste tussenstop was in Forges Les Eaux, een aardig dorp in de Haute Normandie met 19e eeuwse architectuur en een aardig kerkje. In een keer naar Verdun kan nauwelijks omdat we geen tolwegen rijden. Bovendien hebben we geen haast maar vakantie. Onderweg via Caen een Hypermarché van Carrefour aangedaan om nieuwe “melk en honing” in te slaan.
Een typische reisdag verloopt aldus. 08:00 uur opstaan, koffie, wassen/douchen, honden uitlaten, ontbijt. 10:00 uur kamp afbreken. Ina doet altijd de binnenboel: afwassen, opruimen, kastjes dicht, ramen en luiken dicht, gordijnen en zonwering open. Ik doe dan de buitenboel: steunen indraaien, zonnereflectorscherm van de cabine afhalen, luifel indraaien, walstroomkabel opruimen, aanhanger afkoppelen en/of klaarzetten. Dan naar de camperverzorgingsplaats om het grijze water af te laten en de toiletcassette te legen. Daar in de buurt is ook een aparte kraan waar we vers water kunnen innemen. (Altijd eerst de kraan schoonmaken en leiding en eigen slang spoelen tot er koud water uit komt. Een eventueel aanwezige slang NOOIT gebruiken. Je weet niet of er misschien toch iemand zijn cassette mee gespoeld heeft.) Wij hebben inmiddels een UVC-lamp van 17 Watt netto in de tank om getapt drinkwater te ontkiemen. Een half uurtje aan laten staan en het water is ontsmet. Dan weer terug om de aanhanger op te pikken en om 11:00 zijn we meestal wel op weg. Als we dan maximaal 6 uren onderweg zijn vind ik het welletjes. Tegen 17:00 u zijn we op zijn laatst op de volgende bestemming. Zoals de grote Noorse Poolreiziger Amundsen al zei: “Avontuur bestaat niet. Slechte planningen wel ! “.
Hieronder een paar foto’s voor een reisindruk.